Dit jaar ook voor ons geen Italië als vakantiebestemming. Het werd een weekje logeren in subtropisch Apeldoorn. Ook best leuk 😉 Even in een andere omgeving dan thuis leek ons fijn, na al die quarantaine maanden tussen en rondom de muren van ons thuis te hebben gebivakkeerd. En fijn was het zeker in het heerlijke huis van onze lieve kennissen, lekker plonsen in het grote zwembad, rondjes rennen door de grote tuin, fietsen en wandelingen maken op de uitgestrekte velden rondom de Veluwe.
Dat we dan niet bijtanken of helemaal zen worden tijdens zo’n weekje dat weten we inmiddels. Een andere omgeving geeft veel prikkels en onrust. En dat vertaalt zich bij Lies door in onrustige nachten en slecht slapen. Heul slecht slapen. Ik schreef er hier een blog over, dat vakantie voor ons soms voelt als een ware uitputtingsslag.
Lies slaapt al jarenlang super slecht. Geen onbekend gegeven natuurlijk, dat jonge kinderen hun ouders heel wat wakkere uurtjes bezorgen in de nacht. We herkenden dit van onze oudste twee. Inmiddels uitstekende in-, door- en nu zelfs uitslapers. Hoezee!
Met old school schaapjes tellen komen we écht niet weg bij Lies
Zo niet bij Lies. Met haar zes jaar oud, komt ze nog steeds vrijwel iedere nacht haar bedje uit. Wij hebben een goeie nacht als dat één of twee keer is. Tijdens de slechte nachten komt er soms wel vijf of zes keer uit. En dat is op zijn zachtst gezegd behoorlijk slopend.
Al gauw kwamen we erachter dat we er met old school schaapjes tellen niet kwamen bij Lies. Want echt, geloof met als ik zeg dat we van àlles hebben geprobeerd. Van een Sam het schaap-slaapwekker, van etherische oliën tot homeopathische korreltjes, van een super intensieve slaaptraining, tot haar van pure wanhoop toch maar weer bij ons in bed laten slapen (met als gevolg een slapende Lies, maar een klaarwakkere papa en mama omdat ze het hele bed doorstuitert). Van een osteopaat, een wichelroedeloper, tot een cranio-sacraal therapeut. Van een slaaptentje waar ze volgens de belofte op de website “écht niet uit kan komen ’s nachts” (onze Houdini-Lies had na een week door hoe ze onder het ritsje door kon kruipen, zonder het open te hoeven maken) tot een verzwaringsdekentje wat een diepere druk geeft waardoor ze in een diepere slaap zou blijven. Het helpt allemaal óf helemaal niet, óf maar een tijdje. Om gék van te worden echt. Want dat is wat een chronisch gebrek aan slaap met je doet; je wordt er echt een beetje wappie van. En ook echt geen gezelliger mens. Vraag maar aan mijn man ;-).
De gedragscomponent kunnen we inmiddels uitsluiten. Lies wil echt wel slapen. Het inslapen gaat nu best goed, maar het doorslapen, daar zit ‘m de crux. Ze wordt om voor ons onverklaarbare redenen meerdere malen wakker ‘s nachts. Tijd dus om daar inzicht in te krijgen.
In overleg met de kinderarts werd besloten om een slaaponderzoek te gaan inplannen. Om te kijken of er wellicht medische redenen zijn die maken dat ons meisje gedurende de nacht niet lekker doortukt. Is het een verkeerde aansturing vanuit de hersenen? Is het (verborgen) slaapapneu met ademstops? Obstructie door haar dikkere tong en slappere spierspanning? Of wellicht toch overprikkeling, wat vaker voorkomt bij kinderen met een beperking? Een zogenaamde Polysomnografie zou ons meer inzicht gaan geven in het slaappatroon van ons kleine nachtbrakertje.
Dit varkentje zouden wij wel even wassen!
En dus mocht Lies een nachtje gaan slapen in het ziekenhuis. Wij gingen er redelijk laconiek in; dit keer geen pijnlijke ingrepen, geen prikken met naalden in armpjes met adertjes die moeilijk te vinden zijn, geen nare narcose of nuchter blijven tot de middag. Geen pilletjes in billetjes, of vieze drankjes die er vakkundig uitgewerkt worden al zitten ze verstopt in haar lievelings yoghurtje.
We hadden Lies goed voorbereid wat er stond te gebeuren. Pop Lotje was het lijdend voorwerp geweest in de voorbereiding. Bij haar werd alles spelenderwijs voorgedaan zodat het voor Lies duidelijk werd wat er stond te gebeuren; een heleboel slangetjes, plakkertjes en draadjes en een gekke muts op haar hoofd. “Geen prikje mama?” Niet pijn?” “Nee schat, geen prikje, beloofd”. Dus op naar het ziekenhuis voor een nachtje logeren, met als eerste stop de afdeling Klinische Neurofysiologie. Dit varkentje zouden wij wel even wassen, ha!
Dat liep toch wat anders dan ik had verwacht…
Ik had bij de intake aangegeven dat voordoen bij pop Lotje voor Lies heel fijn is omdat het zo voor haar duidelijk is wat er gaat gebeuren. Dat verbaal uitleggen niet zo veel zin heeft, omdat ze informatie langzamer verwerkt. We troffen het echter niet met de verpleegkundige die alle toeters en bellen moest aanbrengen bij Lies. Die zei een beetje kribbig ”Ok, maar ik kan niet álles voordoen bij de pop, we leggen het haar wel uit voor dat we iets doen”. Ik: <zucht>.
De strakke banden om haar buikje die trok Lies nog wel. De hoeveelheid electroden die op haar hoofdhuid in haar volle haarbos moesten worden geplakt, waren al niet heel erg fijn. Maar toen de plakkers op haar buik, borst, hals en kin werden geplakt gooide Lies de kont tegen de krib. Wat nou niet alles voordoen? Met een luide “Popje eerst, dan Liesje!!!!” gaf de verpleegkundige schoorvoetend toe… 1-0 voor Lies 🙂
Met een volgeplakte Lotje, onder de draden en plakkers, konden we verder. De electroden op haar hoofdje werden vastgezet met een lijm (ja echt!) op basis van ether, met een bedwelmende lucht waar ik ter plekke bijkans stoned van werd, moesten met een luchtpomp snel gedroogd worden. Ook die ging nog. Maar toen kwam de spreekwoordelijke druppel voor Lies: een neusbrilletje met twee sensoren in haar minineusje, vastgezet met tape en pleisters op haar wangetjes. Gevolgd door een enorme soort van badmuts van gaas die over haar hoofdje werd getrokken en om haar kin werd vastgebonden. Dat was too much voor onze bikkel. Enorme paniek in die blauwe oogjes en dikke bange tranen. Normaalgesproken kan ik redelijk nuchter blijven, maar ik kreeg het ook even te kwaad. Het kwam allemaal een beetje rauw op ons dak. Of beter gezegd op dat van Lies. Maar ik voelde zo met haar mee…
“Lotje bang, Lotje huije”
Dat ze nog een mooie rugzak kreeg om die enorme kluwen draadjes in te stoppen, kon Lies niet meer bommen. Pleur maar op met je rugzak! Als ze had kunnen zeggen, had ze het gezegd, dat weet ik zeker. Gedag zeggen was er ook niet meer bij. “Wegwezen hier!”, was alles wat er uit haar lichaamstaal sprak. En dat deden we dan ook maar gauw.
Op naar de voor haar vertrouwde kinderafdeling, waar verpleegkundige Theo ons al op stond te wachten. Een fantastische vakman, die Lies rustig benaderde. Geen haast, maar eerst echt contact maken. Hij stemde feilloos op Lies af, en won daarmee direct haar vertrouwen. Lies kroop in haar bed, en met een diepe zucht van verlichting, nestelde ze zich in haar kussen. Pop Lotje had even de aandacht nodig. “Lotje bang, Lotje huije” vertelde Lies aan Theo. Die nam Lotje van Lies over en wiegde haar als een volleerde poppenpapa in zijn stevige armen. (Veeg mij maar op hoor trouwens, op zo’n moment…*Slik*) Alles wat er gebeurd was, werd verteld. Zo mooi hoe een pop zo helend kan werken. Hoe Lies via Lotje verwerkt wat haar overkomen was die middag.
De zaalarts kwam kennis maken. Ook een fijne dame die de tijd nam. Lies zat inmiddels in haar IPad naar een ontzettend Amerikaans kinderprogramma Coco Melon te kijken. Fouter kan het niet, maar Lies vindt het geweldig. Ondanks de lieve pogingen van de zaalarts om contact met Lies te maken, won de Ipad het aan aandacht. Genoeg witte jassen gezien voor vandaag.
“Dat gaan we écht niet doen, sorry” hoorde ik mezelf zeggen.
En toen kwam er nog even een andere verrassing: Lies moest tóch worden geprikt. Aiiii…daar schrok ik van. Niet alleen omdat Lies heel moeilijk te prikken is vanwege de diepere ligging van haar super smalle kronkelige aderen, en dat goed is voor een flink drama. Nee, mijn schrik zat ‘m in het feit dat ik mijn dochter met de hand op mijn hart beloofd had dat er niet geprikt zou worden dit keer.
Gelukkig bleek het niet om een bloedafname te gaan, maar om een vingerprikje. Die moest dan wel in slapende toestand worden afgenomen. “Dat gaan we écht niet doen, sorry” hoorde ik mezelf zeggen. “Slapen moet veilig zijn. En aangezien we hier al zijn voor een slaapprobleem, wil ik er niet nog een probleem bovenop creëren door haar in haar slaap te moeten prikken”.
Het fijne aan de kinderafdeling van een ziekenhuis als het Radboud UMC, is dat ze op dit soort momenten, echt het belang van het kind voorop stellen. En hun doelstelling; Ieder kind zoveel mogelijk trauma- en pijnvrij het ziekenhuis doen verlaten, ook echt waarmaken in de praktijk. Afgesproken werd dat papa, die de nacht zou blijven, Lies eerst zou wakker maken, haar duidelijk zou maken wat er ging gebeuren en dat ze dan pas in wakkere toestand het vingerprikje zou krijgen.
En zo geschiedde: na een onrustig nachtje slapen – vergelijkbaar met hoe het thuis verloopt – kreeg ze een klein prikje in haar vinger. Lies was gelukkig nog een beetje slaperig. Maar de schrik bleef uit, en verliep het verder zonder een centje pijn.
Om 09:00 werd Lies weer verwacht op de afdeling Neurologie om alle toeters en bellen er weer af te laten halen. Dat is helemaal in de andere vleugel van het ziekenhuis, dus mochten we met het golfkarretje. Dat was weer even feest. Iedere voorbijganger wordt met een luidkeelse ‘Hooooi, hoe is ut?!” begroet. Altijd goed voor hilarische taferelen, die dochter van ons.
Jammer dat dezelfde dames weer niet het geduld hadden
om het voor Lies zo comfortabel mogelijk te maken.
Met dank aan het snelle karretje waren Lies en papa een kwartiertje eerder op de afdeling. En konden meteen worden geholpen, fijn! Gauw die veel te strakke witte kaboutermuts van haar hoofdje af. De lijm werd met een soort van oplosmiddeltje grotendeels verwijderd van haar hoofdhuid. Net als de grote hoeveelheid plakkende pleisters op haar lijfje. Maar met vier handen die aan haar aan het frutten waren, was het teveel en te snel, daarmee onoverzichtelijk en dus spannend voor Lies. Jammer dat dezelfde dames die gisteren toch duidelijk succes boekten met voordoen bij pop Lotje, weer niet het geduld konden opbrengen om het voor Lies zo comfortabel mogelijk te maken. Wederom paniek bij Lies. Gelukkig was er papa, die heel duidelijk maakte dat ze pas weer verder konden gaan, als Lies er klaar voor was. En als daar even tijd voor nodig was, we die zouden nemen, aangezien we een kwartier eerder waren. Zo! Go daddy!
Met een glimmend hoofdje vol zalf stapte Lies opgelucht naar buiten, de frisse lucht in. Op naar huis. Met pop Lotje onder de arm. En een hoofd vol verhalen om thuis uitgebreid te vertellen aan grote broer en zus.
Best vermoeiend zo’n slaaponderzoek…