O V E R G E V O E L – I G
Vandaag had ik een, hoe zal ik het eens noemen…lastig gesprek. Of misschien is lastig niet helemaal het goede woord. Een ongemakkelijk gesprek, dat dekt de lading beter.
Het was eigenlijk de eerste keer dat ik daadwerkelijk de grens aangaf. Dat ik mijn gevoel uitsprak over hoe woorden, onbedoeld of niet, over kunnen komen. Over hoe het ons als ouders van een meisje met een extra chromosoompje raakt, als er met een vooronderstellende houding naar haar gekeken wordt. Dat er vanuit hokjes wordt gedacht, aannames worden gedaan over wat het beste zou zijn voor haar, zonder haar ook maar een keer ontmoet te hebben. Of navraag te hebben gedaan bij mensen die al jarenlang betrokken zijn bij haar ontwikkeling…
Ik vind van mezelf dat ik best veel kan hebben als het gaat om het incasseren van onbedoeld en onbewust kwetsende opmerkingen. Dat ik goed kan aanvoelen wanneer iemand nou eenmaal niet beter weet. Dat sommige mensen soms vanuit een stukje ongemak woorden kiezen die eigenlijk heel lomp zijn. Daar ga ik echt niet zuur of principieel over doen. (toegegeven; het ligt overigens wel aan de tijd van de maand of ik een sneer geef. Hey, I’m only human)
Ik vind het een stuk lastiger wanneer het professionals betreft, waarvan je mag aannemen dat die zich op dezelfde golflengte bevinden. Omdat ze ervoor gestudeerd hebben, vanuit hun professionaliteit weten wanneer je ouders een spiegel voor mag houden en uit hun comfort zone mag halen. En wanneer je even een tandje terug mag schakelen om te achterhalen waar de behoeftes van de ouders zich bevinden onder het gedrag wat ze laten zien. Maar vooral dat ze zich beseffen, dat het ene kind met een beperking de andere niet is, dat er soms iets anders nodig is. En dat ze weten dat inclusie niet werkt door alleen over te praten, maar pas betekenis krijgt als ernaar gehandeld wordt.
Ja, het voelde ongemakkelijk om me uit te spreken, aan te geven dat onze grens is bereikt, dat er sprake is van een discriminerende houding en een achterhaalde kijk op de mogelijkheden van mensen met een beperking. Gedachtes als: “Stel ik me niet aan? Reageer ik nou niet over-gevoelig? Wat zullen ze van ons denken?” spookten door mijn hoofd. Maar de gedachte dat als ik het niet aangeef het ook niet verandert, niet voor Lies en niet voor andere kinderen, gaf de doorslag om het wel te doen.
Pijnlijk genoeg kregen we precies terug waarvan we aangaven zo’n moeite mee te hebben: dat het niet zo bedoeld was, dat er altijd met de beste intenties is gehandeld, maar erger nog: dat wij een grens over waren gegaan door aan te geven dat er hier sprake was van discriminatie van onze dochter. Dat we veel te zware woorden hadden gekozen. En dat het beter was om onze samenwerking te beëindigen. Ik was echt met stomheid geslagen…
Natuurlijk snap ik dat het rot is als je beschuldigd wordt van discriminatie als je iemand met de beste bedoelingen probeert bij te staan. Ik snap heel goed dat dat pijnlijk is. Maar dat neemt niet weg dat de ander moet kunnen aangeven hoe iets over is gekomen. Dat het als kwetsend is ervaren. En dat het dan getuigt van professionaliteit als je voorbij je eigen ongemak kunt kijken en een verwonderende of lerende houding aan kunt nemen. En kunt kijken hoe je een volgende keer wel kunt aansluiten op de behoeftes van het gezin dat je begeleid.
Mezelf afvragend hoe het voor ons wel een geslaagd gesprek had kunnen zijn, kwam ik uit op de woorden van Sahar Noor, diversiteitsmanager bij BNN VARA. En een bron van inspiratie voor mij om op te blijven staan voor het belang van inclusiviteit en diversiteit. Ja, je kunt iemand onbedoeld gekwetst hebben, ook al deed je wat je deed met de beste intenties…Dat wil niet zeggen dat het voor de ander zo is ervaren. En ja, dat kan heel ongemakkelijk zijn. Voor beide partijen overigens. Inclusiviteit en diversiteit omarmen is nou eenmaal niet gezellig. Het is geen gemoedelijk theekransje met roze koeken en bonbonnetjes. Het gaat over door het ongemak heen durven gaan samen. Om te helen, herstellen wat er is misgegaan. Dat betekent dat er eerst erkend moet worden wat er is misgegaan. Ook als het onbedoeld of onbewust is gegaan. En ja dat is ongemakkelijk en ja dat doet pijn, want dan moet je als professional naar jezelf durven kijken.
Maar juíst in dat ongemak zit ook een oplossing ingesloten: namelijk een opening tot bewustwording, zelfreflectie en daarmee in groei. Dat geldt voor de ander, en net zo goed ook voor mezelf. Ruimte maken voor het perspectief van de ander…ook of misschien juist, als dat anders is dan dat van jou. En vanuit daar kijken of je elkaar nog kunt bijstaan op een manier die voor beiden passend is. Dat was in dit geval dus niet meer aan de orde. En dus scheiden onze wegen. Agree to disagree.
Dat neemt niet weg dat ik mezelf toesta geraakt te mogen zijn als mensen niet voorbij de diagnose van onze dochter kunnen kijken. Dat ik over gevoel blijf praten dat dit bij ons oproept, ook als het over-gevoelig is, want wat is daar eigenlijk zo erg aan? Dat ik mijn “battles kies; dat ik het soms wel aan ga, en soms niet. Dat ik blijf strijden voor inclusie, voor gelijke behandeling bij ongelijkwaardige benadering van onze dochter voor wie nou eenmaal niet alle deuren als vanzelfsprekend openen, dat ik me uit blijf spreken, dwars door het ongemak heen. Comfortabel kan worden met oncomfortabel zijn. Daar is ie weer…
Over mij:
Ik ben multi-disciplinair therapeut en begeleid ouders van kinderen met een zorgvraag. En blog regelmatig over ons gezin en wat er zoal op ons pad komt. Interesse in een kennismakingsgesprek? Kijk op www.downmytribe.nl voor meer informatie. Het kan zowel online of live bij in de praktijk. Ik ont-moet je graag!