#et-info-phone { display: none; }

Van de week postte ik een bericht over #haat en #intolerantie op social media. Dat mensen tegenwoordig zo makkelijk de meest heftige woorden uitkramen. Vaak zomaar. Omdat het kan blijkbaar. Of omdat mensen denken dat het kan. Ik plaatste een oproep om wat liever tegen elkaar te doen. Met de hashtag #doeslief. Mijn bericht werd gepost op Buskruit met Muisjes en is alleen al op LinkedIn inmiddels ruim 13.000 keer bekeken. Wauw!

 

Ik vertelde over hoe wij het ook regelmatig meemaken. Onze jongste dochter heeft #downsyndroom. En op de een of andere manier, is dat een reden voor sommige mensen om ongevraagd de meest lompe opmerkingen te maken. Dat je toch testen hebt tegenwoordig voor “dat soort kinderen”, of ze nog thuis woont (eh ja…ze is vier?!) of het besmettelijk is. Die laatste vind ik overigens in de categorie hilarisch vallen, maar dat terzijde.

Mijn man en ik hebben inmiddels wel een soort mammoethuid ontwikkeld tegen dit verbale geweld. En ook onze oudste twee koters (9 en 10 jaar) kunnen inmiddels aardig goed hun zegje doen. Zo was de reactie van onze zoon echt om te gillen zo grappig, toen er twee stratenmakers aan het werk waren bij ons voor de deur. Onze kids stonden te kijken hoe ze bezig waren om ons bobbelige stoepje weer fijn recht te leggen. Ik zat achter de heg in het zonnetje lekker een boekje te lezen, om mijn koters met een half oog in de gaten te houden. Hoor ik die ene stratenmaker tegen de andere zeggen: “Hey Downie, werk es door man!” Waarop mijn zoon zegt: “Hey, heb jij ook het syndroom van Down? Mijn zusje heeft dat ook! Ja, nu zie ik het inderdaad!”

Ik had eigenlijk een foto moeten maken van het hoofd van die meneer. Wat ik natuurlijk niet deed, anders zou het nog lijken dat het vooropgezet was ook. Maar ik vond het zo grappig. Hoe mijn zoon, toen 6 jaar oud, totaal onbewust, die kerel lik op stuk gaf. Op een ontwapenende manier. Maar met een boodschap die niet te misverstaan was.

Toen ik de beste mannen vroeg of ze zin hadden in een bakkie koffie, keek die gast mij een beetje vertwijfeld aan. Meende ik dat nou? Of zou hij een kop koffie krijgen waar ik stiekem in gespuugd had? (Toegegeven, ik heb het overwogen). Ja, dat lustten ze wel, een kopje koffie. “Ga ik maken voor jullie”, zei ik. Maar dan moet je wel één ding beloven. Dat je nooit meer Downie als scheldwoord gebruikt.” “Nee”, zei hij, “dat zal ik inderdaad niet meer doen”. “Mijn broer is een tijdje geleden uit de kast gekomen. Daar kan ik nou ook nooit meer “hey homo” tegen zeggen…” I rest my case…

Het is vaak een kwestie van omdenken. Dat dat helemaal niet moeilijk is, blijkt uit een geweldige actie van columniste Elfie Tromp. Die zich uitsprak over een onderwerp dat blijkbaar veel mensen raakte. Ze kreeg een tsunami aan haatberichten over zich heen.

De manier waarop zij koos te reageren, bewijst dat onverwacht lief doen, verbaal gif zomaar ineens kan ombuigen. Met een paar woordjes. Pats boem, verbazing alom. Ik vind haar reactie gewoon echt zo briljant. Bijna net zo briljant als die van mijn zoon.

#Doeslief
Ik ga ‘m denk ik maar eens op een tegeltje zetten.